Statement DSM/N2O lachgas

04 juni 2019|Nieuws

Geleen, NL, 04 jun 2019 09:30 CEST
Op 21 mei jl. publiceerde het NRC Handelsblad een artikel over de uitstoot van lachgas (N2O) in Nederland, en in het bijzonder op industrie terrein Chemelot in Geleen. Lachgas komt vrij bij de productie van salpeterzuur, caprolactam en acrylonitril. Alhoewel de uitstoot van lachgas op Chemelot geen directe schadelijke gevolgen heeft voor mens of dier, noch een risico vormt voor de veiligheid, is het wel een gas dat sterk bijdraagt aan het broeikaseffect.

Reeds vanaf 2008 heeft DSM door reductiemaatregelen de lachgasuitstoot van de salpeterzuurfabriek op Chemelot teruggebracht van 1 Mton CO2 equivalenten tot bijna nul. Hiermee is de totale lachgasemissie op Chemelot al meer dan gehalveerd. DSM heeft de uitstoot van lachgas door de salpeterzuurfabriek altijd gerapporteerd conform de richtlijnen. DSM is overigens geen eigenaar meer van deze fabriek, die in 2010 is verkocht aan OCI.

Het lachgas dat vrijkomt bij de productie van caprolactam bedraagt circa 0,7 Mton CO2 equivalenten. Dat is circa 65% van de resterende lachgasemissie op Chemelot. Het reduceren van deze uitstoot is opgenomen in de plannen van Chemelot om de locatie te verduurzamen. DSM heeft de lachgasuitstoot van de caprolactam fabriek altijd gerapporteerd conform de richtlijnen. DSM had vanaf 2015 een minderheidsaandeel in deze fabriek, die vorig jaar volledig aan derden is verkocht.

Het lachgas dat vrijkomt bij de productie van acrylonitril bedraagt 0,3 Mton CO2 equivalenten. Dat is ongeveer 30% van de resterende lachgasemissie op Chemelot. Ook het reduceren van de lachgasemissies van deze fabriek is opgenomen in de plannen van Chemelot. De lachgasuitstoot van de acrylonitril fabriek is sinds 2017 gerapporteerd conform de richtlijnen. Dat had eerder gemoeten. Het lachgas van de acrylonitril fabriek wordt naar de verbrandingsovens van USG geleid. USG is een gezamenlijke onderneming van enkele Chemelot bedrijven en draagt zorg voor de utilities op Chemelot, waaronder het verbranden van afvalgassen. Dat is een technisch complex proces en de huidige oven kan het lachgas van de acolynitril fabriek beperkt afbreken. Door een onbewust misverstand over de rapportageverplichting tussen DSM en USG is het lachgas niet eerder dan over 2017 gerapporteerd aan Chemelot. Dit had niet mogen gebeuren. DSM betreurt dit ten zeerste en is van mening dat de rapportage eerder had moeten plaatsvinden. DSM heeft vanaf 2015 overigens een minderheidsaandeel in de acrylonitril fabriek.

Opgemerkt moet worden dat DSM alsmede Chemelot nimmer de vergunningen van de uitstoot van lachgas heeft overtreden. Over het algemeen valt lachgas ook niet onder het Europese emissiehandelssysteem ETS.

De aanpak van Chemelot om lachgas te reduceren

Chemelot wil in 2025 de veiligste, meest duurzame en concurrerende site van Europa zijn; een ambitie die volledig past bij DSM’s duurzaamheiddoelstellingen, waarin het terugdringen van broeikasgassen een belangrijke rol speelt. Chemelot heeft in 2018 plannen gedeeld voor de verduurzaming van de locatie, waarin ook de verdere reductie van de lachgasuitstoot is opgenomen. Realisatie van deze plannen zou een totale reductie van 75% van de resterende lachgasemissie voor de Chemelot site betekenen, naar een niveau lager dan 10% van de originele uitstoot van lachgas.