De coronacrisis; Ere wie ere toekomt

30 april 2020|Nieuws

Vandaag publiceerde De Limburger een betoog rondom de coronacrisis, geschreven door Loek Radix (directeur Chemelot). De coronacrisis leidt tot een herwaardering van beroepen en bedrijven. Wat voorheen vooral een kostenpost was (de zorg), blijkt nu van levensbelang. Wat voorheen het paradepaardje van de hightech dienstenindustrie leek (Booking.com), moet nu deemoedig zijn hand ophouden voor staatssteun en is het onderwerp van spot.

Wat mij, als directeur van Chemelot, opvalt is dat de misschien wel de meest cruciale beroepsgroep en categorie bedrijven voortdurend vergeten wordt. Ik heb het dan over de chemische industrie, zoals ruimschoots vertegenwoordigd op Chemelot, en over onze productiemedewerkers. 

Vitale sector

De chemische industrie is door de overheid bestempeld als een vitale sector voor Nederland en wordt geacht door te draaien. En dat is niet makkelijk voor onze medewerkers. Ploegen zijn teruggebracht tot minimale bezetting, om onderlinge contacten zoveel als mogelijk te voorkomen. Als te veel mensen preventief thuis blijven, worden diensten verlengd van 8 naar 12 uur. Voorzieningen zoals kantines, badlokalen en rookhokken zijn gesloten. Onze mensen zijn uitstekend opgeleid om veilig te werken, maar desondanks vergt het heel veel creativiteit om de onderlinge afstand van 1,5 meter te handhaven en toch veilig te blijven werken.

Waarom is de chemie cruciaal, zelfs dubbel cruciaal, en waarom is de rol van onze productiemedewerkers die onze fabrieken draaiende houden daarom zo ontzettend belangrijk? Laten we beginnen met de gezondheidszorg. Zonder de grondstoffen, zoals die op Chemelot en bij andere chemische bedrijven gemaakt worden, zijn er helemaal geen mondkapjes en zijn er helemaal geen beademingsmachines, zijn er geen desinfecteringsmiddelen en zijn er geen medicijnen. Zonder chemie zou de gezondheidszorg teruggeworpen worden naar de 19e eeuw. Onze hoogwaardige gezondheidszorg kan alleen maar bestaan dankzij de chemie. Ik hoop dat die mensen die nu vol passie betogen dat we er naar moeten streven om bepaalde cruciale medicijnen en hulpmiddelen weer lokaal te gaan produceren, ook begrijpen dat dit betekent dat we ook de chemie moeten koesteren. Want zonder grondstoffen schiet die lokale productie niet erg op.

Kurk

Maar ook voor de nationale economie is de chemie, zoals op Chemelot, van cruciaal belang, en ook hierom zijn wij dank verschuldigd aan onze productiemedewerkers die onze fabrieken draaiende houden. Doordat zij doorwerken, nogmaals in moeilijke omstandigheden, en de noodzakelijke grondstoffen produceren, kunnen tienduizenden mensen dieper in de bedrijfskolom ook blijven doorwerken en een inkomen verdienen. 

Doordat zij doorwerken hoeven de bedrijven op Chemelot geen beroep te doen op staatssteun. Sterker nog, alleen al de bedrijven op Chemelot dragen ook dit jaar weer een miljard euro af aan de overheid in de vorm van belastingen (omzetbelasting, loonbelasting, energiebelasting, vennootschapsbelasting, onroerende zaak belasting, enzovoorts). Dat is genoeg om vijf flinke ziekenhuizen te financieren. Als je alle bedrijven meetelt die afhankelijke zijn van de grondstoffen en de opdrachten van Chemelot, dan gaat het om een veelvoud van dat miljard. Ik hoop van harte dat al diegenen die dat eerst niet begrepen, nu wel inzien dat de industrie, en dan vooral de zware industrie, de financiële kurk is waar onze samenleving op drijft. 

Messen

Daar lijkt het overigens niet op. Je hoort de geluiden alweer dat na de crisis alles echt anders moet en dan wordt met name gewezen op de chemie. In Den Haag worden de messen alweer geslepen om de bedrijven zoals op Chemelot flink aan te pakken. De echte crisis voor de chemie moet dus nog komen, maar voorlopig ben ik heel trots op onze mensen op Chemelot.

Loek Radix is directeur van Chemelot.