De naam Chemelot heeft raakvlakken met chemie, lot (plaats) en uiteraard Camelot, het mythische kasteel van koning Arthur. Nu zowel DSM als SABIC op de locatie gevestigd waren, wordt de naam Chemelot sinds 2002 gebruikt. Chemelot omvat het totale terrein, dus zowel het Industrial Park als de Campus.
Het jaar 2005 kan gelden als het échte startpunt voor de ontwikkeling van Chemelot. Na de overname van de petrochemie door SABIC werden de stafafdelingen van de resterende DSM-onderdelen tijdens operatie Copernicus ingrijpend gereorganiseerd (2002-2004).
In 2004 leidde dit tot een protest van de vakbonden, die beducht waren voor een vergaande afbouw van DSM in Zuid-Limburg. Nog in datzelfde jaar sloot DSM een convenant met de gemeente Sittard-Geleen, de Provincie Limburg en de vakbonden. Het convenant zette in op ontwikkeling van het voormalige DSM-terrein tot een open industrieterrein voor chemische productie, onderzoek en ontwikkeling. Er werden doelen gesteld voor het aantrekken van nieuwe bedrijven en het scheppen van nieuwe werkgelegenheid in de periode 2005 tot en met 2007. Tot ieders verrassing werden alle doelstellingen gehaald. Als een van de grootste successen uit die "convenant periode" kan de vestiging van een polyvinyl butyral (PVB) harsfabriek door de Japanse multinational Sekisui S-Lec worden beschouwd. Daarmee was Chemelot weer een wereldleider rijker en vele nieuwe hoogwaardige arbeidsplaatsen kwamen erbij.
Vandaar: 2005 als startpunt voor Chemelot.
Eind 2000 lanceerde DSM een nieuwe strategie met grote gevolgen voor het DSM-terrein in Geleen: Vision 2005. De weg werd ingeslagen van bulkchemie en polymeren naar specialty products in performance materials, health en nutrition en tegelijkertijd naar een verdere internationalisering van de onderneming. Het meest ingrijpende aspect aan deze koerswijziging was de verkoop van de petrochemie, dat ruwweg de helft van DSM’s activiteiten in Geleen omvatte. In 2002 werd deze activiteit aan de Saudi-Arabische onderneming SABIC verkocht: op 1 juli van dat jaar werden de activiteiten overgedragen.
Daarmee ontstond een nieuwe situatie: twee grote spelers op één industrieterrein, DSM en SABIC. DSM verwierf de middelen om zijn ambities in de life sciences en material sciences te realiseren en daardoor minder gevoelig te worden voor cyclische schommelingen in omzet en winstgevendheid. SABIC steeg in één klap van de 22e naar de 11e plaats op de wereldranglijst van petrochemische industrieën.
DSM voltooide een lange reeks desinvesteringen, die vooral voor Chemelot gevolgen hadden. In tien jaar tijd was de locatie veranderd van het DSM-terrein, waar “elke grasspriet” eigendom van DSM was, in Chemelot, waar meerdere bedrijven wereldleider zijn met hun produkten in bijvoorbeeld markten voor auto's, verpakkingen, bouwmaterialen, landbouw en medische produkten.
In 2008 verdubbelde DSM de Stanyl-produktiecapaiteit op Chemelot; ook de capaciteit voor UHMW-PE voor de super sterke vezel Dyneema wrd uitgebreid. Datzelfde jaar vestigde het Belgische bedrijf Cymaco, een keuringsstation van gasflessen op Chemelot voor het herkeuren en behandelen van acetyleenflessen. Bij het kraken van nafta komt acetyleen vrij, dat wordt toegepast voor laswerkzaamheden. Het acetyleenvulstation werd twee jaar later door Air Liquide van SABIC overgenomen.
In 2009 staakte DSM Agro de kunstmest prodctie in IJmuiden. Besloten werd om de Salpterzuurfabriek 6 te verhuizen naar Chemelot Industrial Park.
In 2010 werden de ammoniak-, kunstmest- en melamine-activiteiten van DSM overgenomen door het Egyptische bedrijf Orascom Construction Industries en voortgezet onder de naam OCI Nitrogen.
Nadat de eerste fabriek van Sekisui S-Lec snel uitverkocht raakte werd een tweede fabriek gebouwd die in 2010 in gebruik werd genomen. Hiermee werd d eproductie van polyvinyl butyal (PVB) hars verdubbeld.
Een jaar later, in 2011, werden de synthetische rubberactiviteiten (Keltan) overgenomen door het Duitse chemiebedrijf LANXESS, dat nog hetzelfde jaar aankondigde het hoofdkantoor van de rubberactiviteiten te verhuizen van Leverkusen naar een niuw tebouwen gebouw op de Chemelot Campus.
De caprolactam , acrylonitril- en Stanyl-fabrieken bleven bij DSM, vanwege de focus op performance materialen.
In 2012 werd begonnen met de aanleg van de Railterminal Chemelot, een consortium van Meulenberg Transport, Ewals Intermodal en Haven Antwerpen. Deze containerterminal wordt op het Industrial Park gerealiseerd en zal substantieel bijdragen aan de 'modal shirft' van truck naar spoor, waardoor het autoverkeer in de regio wordt ontlast. Deze openbare terminal wordt vooral door SABIC en DSM gebruikt.
In 2012 wordt ook gestart met de bouw van een nieuwe fabriek van DSM Fibre Intermediates voor zwavelzure ammoniak. Deze fabriek was medio 2014 gereed en vervangt een verouderde fabriek voor deze kunstmest. In 2013 werd DEXPlastomers, een joint venture tussen DSM en Exxon Chemical, onder de naam Borealis Plastomers overgenomen door de Borealis Group.
De strategie van DSM had invloed op DSM Research in Geleen. De onderzoeksactiviteiten werden gedecentraliseerd naar de business. De meer algemene activiteiten, waaronder analyse, werden verdeeld over afdelingen die voortaan onder eigen namen, zoals DSM Resolve, naar buiten traden. De naam DSM Research verdween, de onderzoekslocatie werd voortaan als Chemelot Campus aangeduid. Dit werd de plaats waar DSM, SABIC en steeds vaker ook andere bedrijven hun (nieuwe) activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling vestigden en uitvoerden – tot op heden.
De eerste nieuwe bedrijven
In de periode 2005-2007 vestigden Terreco, Kriya Materials en Basic Pharma zich op de Chemelot Campus. Terreco ontstond als een spin-off van DSM en ontwikkelde een microbiologisch afbraakproces dat bij bodemverontreinigingen toegepast wordt. Een mooi eerste voorbeeld hoe een start up op de campus waarde toevoegt aan het Chemelot Industrial Park.
Kriya Materials produceert hoogwaardige coatings en dispersies, waarin zelf ontwikkelde metaaloxidedispersies zijn verwerkt. Het bedrijf maakt gebruik van nanotechnologie.
Basic Pharma zorgt voor geneesmiddelen vanaf de ontwikkeling, via de registratie tot aan de productie en vestigde zich in 2006 in het Van Iterson-gebouw, een voormalig laboratorium van Polychemlab dat nu als bedrijvenverzamelgebouw dienst doet.
Vanaf 2008 zette de Chemelot Campus ontwikkeling gestaag door ondanks de financiële crisis die uitbrak. Hierna volgen per jaar enkele hoogtepunten die de geschiedenis markeren.
2008
Begin 2008 opende minister Van der Hoeven van Economische Zaken het nieuwe kantoor van het BioMedical Materials Topinstituut (BMM), gevestigd in het voormalige kantoor van de Holland Sweetener Company. BMM is een multidisciplinair onderzoeksprogramma voor pre-competitief fundamenteel onderzoek in biomedische materialen. Het totale onderzoeksbudget bedroeg 90 miljoen euro.
Vanuit een stopgezet R&D project bij DSM werd de startup Isobionics opgericht. Isobionics ontwikkelt en produceert geur- en smaakstoffen. Productie vindt plaats volgens een biotechnologisch proces, in eerste instantie voor de productie van valenceen (sinaasappel).Het bedrijf vierde eind 2017 haar tienjarig bestaan en heeft zich inmiddels ontwikkeld tot wereldleider.
Chemtrix ontwikkelt microreactorsystemen. De apparaten zijn niet alleen veel kleiner dan conventionele batchreactoren, maar ook veiliger en efficiënter. Chemtrix bouwt voort op kennis van de Universiteit van Hull; een van de eerste klanten was DSM.
De (eerste) successen die op Chemelot werden geboekt met het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid, het doorvoeren van innovaties in de producten en productieprocessen en het scheppen van nieuwe werkgelegenheid bleven niet onopgemerkt. De Provincie Limburg presenteerde in 2008 de (nieuwe) Versnellingsagenda 2008-2011, waarin Chemelot de motor van de economie werd genoemd. De gemeenten in de Westelijke Mijnstreek maakten Chemelot tot speerpunt voor de economische ontwikkeling.
2009
Uit een onderzoek door Buck Consultants in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken, dat eind 2009 werd gepubliceerd, kwam naar voren dat Chemelot één van de zes campussen van nationaal belang is.
Het Belgische bedrijf TiGenix is een specialist op het gebied van regeneratieve geneeskunde. In de voormalige opslaglocatie van de Holland Sweetener Company richtte het bedrijf geavanceerde cleanrooms in. De celtherapieproducten zullen in eerste instantie worden toegepast voor het herstel van beschadigd kraakbeen in de knie.
De samenwerking met Zuyd Hogeschool kreeg in 2009 concreet vorm in het Zuydlab Chemelot, waar studenten en wetenschappers in opdracht van met name het midden- en kleinbedrijf onderzoek doen.
2010
Het Amsterdamse bedrijf Avantium, een spin-off van Shell, bouwde een testfabriek voor een nieuwe generatie groene materialen en brandstoffen (biobased materialen). Het bedrijf heeft een nieuw, katalytisch proces ontwikkeld om koolhydraten uit biomassa om te zetten in zgn. furanen. Eind 2011 werd de testfabriek geopend en tegelijkertijd sloot het bedrijf overeenkomsten af met The Coca-Cola Company en Danone over de toepassing van de furanen in verpakkingen (de zgn. PEF-fles).
Ekompany Agro bouwde op de Campus een proefinstallatie voor het maken van langzaam werkende kunstmeststoffen. Door de ureum te coaten komt de stikstof langzaam vrij en kan het zeer zorgvuldig worden gedoseerd, wat goed is voor het milieu. Bij het onderzoek naar de coating maakt het bedrijf gebruik van de expertise op de Campus, met name op het gebied van analysetechnieken en procesmodellering. Een volwaardige installatie voor het coaten van meststoffen werd later in Holtum aan groot vaarwater gebouwd en in 2013 in gebruik genomen.
2011
Nieuwe toetreders op de Chemelot Campus waren in 2011 onder andere Nano4Imaging en Q Chip. Nano4Imaging maakt met een nieuwe technologie medische instrumenten, zoals katheters en implantaten, zichtbaar in MRI. In eerste instantie betreft het een voerdraad waarmee operaties en behandelingen met MRI mogelijk worden. Nano4Imaging is een spin-off van MagnaMedics en werkt samen met de universiteiten in Maastricht, Aken en Eindhoven.
Het Britse farmaceutische bedrijf Q Chip, een spin-off van de Universiteit van Cardiff, ontwikkelt en produceert langwerkende formuleringen van bestaande geneesmiddelen om het comfort van de patiënt en de naleving van de voorgeschreven dosering te verbeteren. Het bedrijf heeft een productieproces ontwikkeld waardoor het medicament in erg kleine kraaltjes kan worden opgenomen. Deze kraaltjes zijn ontworpen om het geneesmiddel langzaam af te geven gedurende een periode van vele weken, waardoor het aantal injecties dat een patiënt nodig heeft, aanzienlijk daalt. Voor de productie maakt Q Chip gebruik van de nieuwe cleanroom van Basic Pharma.
2012
Begin 2012 maakten de Provincie Limburg, Universiteit Maastricht/Maastricht Universitair Medisch Centrum+ en DSM (de drie Triple Helix partners) bekend dat ze in totaal ruim 180 miljoen euro (extra) investeren in onderzoeksfaciliteiten, een kapitaalfonds voor ondernemingen, een onderwijsprogramma en vastgoed voor de versnelde ontwikkeling van Chemelot Campus en Maastricht Health Campus. Later dat jaar werd de Chemelot Campus B.V. opgericht, met de Triple Helix partners als aandeelhouders. Deze nieuwe rechtspersoon is verantwoordelijk voor het verder uitbouwen van Chemelot Campus.
In 2012 startten twee onderwijsinitiatieven op Chemelot Campus, namelijk Chemelot Innovation and Learning Labs (CHILL) en de bachelorvariant Maastricht Sciences Programme.
Het tekort aan adequaat geschoold personeel werd gaandeweg steeds pregnanter. In 2010 fourneerde de rijksoverheid via het Platform Bèta Techniek fondsen voor sectorinvesteringsplannen in het onderwijs. Dit leidde in 2012 tot Chemelot Innovation and Learning Labs (CHILL), een samenwerking tussen Zuyd Hogeschool (hbo), Arcus College (mbo), Leeuwenborgh Opleidingen (mbo) en Universiteit Maastricht (universitair); het centrum werd gehuistvest op Chemelot Campus. CHILL stelt een innovatieve leer-, werk- en onderzoeksomgeving beschikbaar waar onderwijs en bedrijfsleven samenwerken aan de ontwikkeling van kennis en nieuwe producten.
Maastricht Science Programme van de Universiteit Maastricht is een ‘liberal arts & science’ opleiding waarin studenten worden opgeleid tot bachelor binnen de natuurwetenschappen.
In 2012 werd ook Enabling Technologies gevormd, een joint venture van DSM Resolve, Universiteit Maastricht/Maastricht Universitair Medisch Centrum+ en Provincie Limburg. Deze organisatie stelt high-end analyseapparatuur, zoals hoogwaardige microscopen,spectrometers en ict-infrastructuur, ter beschikking aan het midden- en kleinbedrijf.
2013
AMIBM (Aachen Maastricht Institute for Biobased Materials) is een gezamenlijk onderzoeksinstituut van Maastricht University en RWTH Aachen University. Het is het eerste interuniversitaire onderzoeksinstituut met de RWTH op Nederlandse bodem. RWTH is de grootste technische universiteit van Europa.
AMIBM wil grenzen verleggen binnen Biobased Materials door planten of andere organismen te gebruiken als levernacier van hoogwaardige grondstoffen voor Biobased Materials. Deze grondstoffen hoeven niet eerst, zoals tot dusver gangbaar, met behulp van ingewikkelde en dure processen te woren afgebroken tot kleine, bekende moleculen om vervolgens weer te worden samengevoegd tot plymeren. De bij AMIBM ontwikkelde grondstoffen slaan de eerste stap over en zijn daardoor economischer en kunnen over geheel nieuwe eigenschappen beschikken. Die nieuwe eigenschappen zijn van belang voor nieuwe producten in medische, maar ook in industrieële toepassingen die bij AMIBM worden ontwikkeld.
AMIBM is opericht door vier founding fathers;
2014
Dit jaar wordt Brightlands gelanceerd en wordt Chemelot Campus omgedoopt in Brightlands Chemelot Campus. Brightlands is de merknaam van een gezamenlijk triple helix initiatief van de Provincie Limburg, Maastricht University, Maastricht University Medical Center+, Zuyd Univeristy of Applied Sciences, Fontys Inernational Campus Venlo in nauwere partnerships met leidende bedrijven in specifieke markten. In totaal ontstaan vier Brightlands Campussen die zoveel mogelijk samenwerken op unieke zogenaamde crossover gebieden. De vier campussen zijn:
Lees hier meer over Brightlands.
Custom Manufacturing organization Pharmacell uit Maastricht neemt de unieke cleanroom faciliteiten van Tigenix over. Daarmee maakt Pharmacell een belangrijke strategische stap en is uitstekend gepositioneerd om versmeld verder te groeien op de Chemelot Campus. DSM Engineering Plastics verhuist naar de Chemelot Campus in een nieuw gebouw dat wordt in 2014 geopend door Minister Kamps van Economische Zaken.
2015
3D print bedrijf actief in medische implantaten Xilloc Medical vestigt zich op de campus. Tesamen met Chemelot Research Facilities richt Xilloc Medical een 3D print bedrijf dat zich focust op de niet medische markt sefmenten: Xilloc Industrial. De beide Xilloc bedrijven vormen een belangrijke peiler onder het 3D print ecosysteem dat versneld ontwikkeld wordt op de campus met state of the art industriële printers. Later zal Xilloc Industrial ook gaan samenwerken met Sitech op Het Chemelot Industrial Park op het gebied van dure en schaarse machine onderdelen die op voorraad dienen te liggen: ”warehouse of the future”.
In 2015 wordt ook Brightlands Materials Center opgericht. TNO fungeert als host voor BMC en vestigt een deel van haar polymeren materialen onderzoek op de Campus. Drie shared research programma’s worden gestart:
DSM Dyneema besluit te verhuizen naar het nieuwe DSM gebouw waarin DSM Engineering Plastics is ingetrokken. Dyneema is de super sterke vezel die door DSM in de jaren 80 van de vorige eeuw is ontwikkeld op de campus. Na een lange ontwikkel periode werd uiteindelijk Dyneema één van de meest winstgevende businesses van DSM.
Dit jaar wordt ook de eerste accelerator voor startup’s georganiseerd. Een jaar later zou daar Brightlands Innovation Factory uit ontstaan, de organisatie die voor alle vier Brightlands Campussen startup’s uit de hele wereld scout en naar Brightlands haalt om daar versneld te worden.
2016
Dit jaar stond in het teken van de opening van het toonaangevende Center Court, het centrale faciliteiten gebouw met functies zoals campus restaurant, koffiebar, congres centrum, conferentiekamers, sportfaciliteiten en centrale hal met permanente expositie van innovaties door Chemelot Campus bewoners. DSM Innovation Center trekt ook in het Center Court evenals CHILL en Maastricht University. Daarmee is het gebouw het toneel van continue dynamiek waarbij studenten, onderzoekers, business verantwoordelijken, startups, bezoekers van evenementen elkaar ontmoeten.
Wereldleider in glossy papier SAPPI neemt een nieuwe pilot plant in gebruik voor de productie van nano kristallijne cellulose vezels. Een veel belovend product met zeer veel verschillende toepassingen in kunststoffen en rubbers.
DSM Niaga besluit haar development center inclusief pilot line voor tapijten op de campus onder te brengen vanwege de vele synergieën die realiseerbaar zijn met andere campus bewoners. DSM Niaga herontwerpt produkten zodanig dat deze gezonder en volledig recyclebaar worden zonder concessies te doen op de product performance. Het eerste herontworpen product is tapijt, dat in grote hoeveelheden voorkomt als afval op vuilnisbelten en dat door de complexe combinatie van materialen nauwelijks tot niet recyclebaar zijn. DSM Niaga heeft tapijt ontworpen dat aan alle eisen voldoet en slechts uit één materiaal bestaat waardoor het makkelijk gerecycled kan worden tot nieuw tapijt.
Avantium en BASF vormen de JV Synvina die vanaf dat moment het beheer van de pilot plant op de Chemelot Campus overneemt. Het grootste chemie concern ter wereld is daarmee ook lid van de Chemelot Campus community. Pharmacell groeit explosief verder en neemt 5 nieuwe cleanrooms in gebruik ten behoeve van humane cel therapie ontwikkelingen.
2017
Sitech maakt bekend met ruim 500 medewerkers te verhuizen naar een nog nieuw te bouwen gebouw op de Chemelot Campus. Met het nieuwe kantoorgebouw voor Sitech op de Chemelot Campus wordt de samenwerking tussen R&D en productie verder geïntensiveerd. Innovatie en de toepassing daarvan op industriële schaal staat hierbij centraal. Die innovaties worden concreet gerealiseerd op het gebied van de digitale en duurzaamheidstransitie, resulterend in de optimalisatie van chemische productieprocessen. Sitech zal het nieuwe gebouw begin 2019 in gebruik nemen. In het gebouw zullen ook strategische partners van Sitech die actief zijn op het Chemelot Industrial Park inhuizen.
Sekisui S-LEC opent haar Europese R&D Center op de Chemelot Campus. Dit is een mijlpaal voor de Japanse multinational aangezien dit het allereerste R&D centrum is buiten Japan. Sekisui wil haar R&D versnellen door optimaal gebruik te maken van de open innovatie mogelijkheden op Chemelot. Groot nieuws is ook de overname van Pharmacell door het Zwitserse LONZA. Daarmee is Chemelot weer een wereldspeler rijker. LONZA is één van ‘s werelds leidende leveranciers in farma, biotech en speciale ingrediënten.
In 2007 besloot DSM om een groot deel van de resterende bulkactiviteiten te verkopen, actiteiten met een zwaartepunt op Chemelot. De focus van DSM kwam zo nog nadrukkelijker te liggen op voedings- en gezondheidsproducten en hoogwaardige materialen.
Voordat deze verkoop z’n beslag kreeg werden de ondersteunende diensten (DSM Manufacturing Center DMC) ondergebracht in een nieuwe entiteit: Sitech Services (2009). De aandeelhouders van Sitech zijn de ondernemingen die eigenaar waren of zouden worden van de fabrieken die DSM op het Industrial Park overhield na de verkoop in 2002 van de petrochemie aan SABIC (dit betekent dat momenteel DSM, OCI Nitrogen en LANXESS de aandeelhouders van Sitech Services zijn).
Enerzijds ondersteunt Sitech deze fabrieken met uiteenlopende diensten, zoals het onderhoud. Anderzijds verleent Sitech diensten aan de locatie als geheel, met name de bedrijfsbrandweer, de beveiliging en de algemene infrastructuur (wegen, spoorwegen, kolommenbanen, rioleringen) en afvalwaterzuivering. Met de vorming van Sitech Services werd voorkomen dat de expertise teveel zou versnipperen en te duur zou worden.
Ook op het gebied van governance was inmiddels een structuur geschapen. Met het bevoegd gezag voor de milieuvergunning (inmiddels omgevingsvergunning), de Provincie Limburg, werd overeenstemming bereikt over één zgn. koepelvergunning voor de gehele locatie. De afzonderlijke fabrieken en installaties kregen een onder die koepel vallende deelvergunning; er zijn ongeveer vijftig deelvergunningen. De vergunninghouder van de koepelvergunning was een speciale rechtspersoon, de Chemelot Site Permit B.V. (CSP), waarvan SABIC, Sitech Services, de overige deelvergunninghouders – verenigd in de Vereniging Overige Site Users (VOS) – en DSM Nederland/Chemelot (als eigenaar van de grond) aandeelhouders zijn. In 2007 werd één loket ingesteld voor rechtstreeks contact tussen CSP (mede namens de Chemelot-bedrijven) en de Provincie Limburg.
Daarnaast werd een Policy Board ingesteld, bestaande uit de directie van CSP. Dit gremium stelt het interne beleid vast voor de bedrijven op Chemelot, vastgelegd in onder andere de Site Regelgeving.