Chemelot pluist 630 stoffen uit voor nieuwe watervergunning

19 januari 2021|Nieuws

Alle chemiebedrijven moeten de komende jaren een nieuwe watervergunning aanvragen. Belangrijke verandering: voor elke geloosde stof is een individuele toetsing nodig voor milieu- en gezondheidsrisico’s. “Onderschat het niet”, waarschuwt AnQore.

VNCI ging in gesprek over de nieuwe watervergunning voor Chemelot met betrokken bedrijven. 

“Je kijkt echt met een vergrootglas naar details in je proces, want het gaat om stoffen op ppb-niveaus”, vertelt Lodewijk Liebrecht, chief operations officer van chemiebedrijf AnQore dat gespecialiseerd is in acrylonitril, grondstof voor verschillende kunststoffen en koolstofvezel. “Regelmatig is het flink puzzelen. Niet voor alle stoffen is een analysetechniek beschikbaar voor deze lage concentraties. Het team dat we samenstelden is meer dan een jaar bezig geweest met onderzoek, en nog moet er veel werk worden verzet. Het is echt een niet te onderschatten klus.”

Waar voorheen een productgroep of een groep van stoffen in een watervergunning werd benoemd, moet voortaan elke stof die wordt geloosd geïdentificeerd worden en de zogeheten ABM-toets (Algemene BeoordelingsMethodiek) doorlopen. Roel Kwanten, coördinator opkomende stoffen en waterkwaliteit bij Rijkswaterstaat (RWS) Zuid-Nederland: “In het vergunningstraject draait het allereerst om het vermijden van productie van risicovolle stoffen en het voorkomen van lozing. Vervolgens wordt gekeken naar de best beschikbare techniek (BBT) voor zuivering uit afvalwater. Tot slot volgt voor elke stof een ABM-toets en immissietoets. Die vertellen of de geloosde hoeveelheid een gezondheids- of milieurisico oplevert.”

Concreet betekent het voor elk bedrijf dat afvalwater loost: een serie analyses van alle ‘piekjes’ in het afvalwater en een zoektocht naar informatie over de effecten van al deze bekende en soms onbekende stoffen. Gevolgd door een check of de concentratie in het oppervlaktewater onder de geldende norm blijft. “Maar voor lang niet alle stoffen bestaat een norm”, waarschuwt Liebrecht van AnQore. In dat geval moet het bedrijf zelf een indicatieve norm afleiden en ter goedkeuring voorleggen aan een klankbordgroep van het RIVM. Kwanten (RWS): “De immissietoets is vaak een theoretische berekening. Maar wij doen ook daadwerkelijk metingen ter plekke. De handhaving wordt intensiever, zeker op problematische locaties. We gaan gericht meten en opsporen.” De werving van extra mankracht voor vergunningverlening en handhaving is al gestart bij RWS.
 

"Het vergt tijd, energie en doorzettingsvermogen om alles in kaart te brengen."
 

Mosselmonitoren

Van de bedrijven die werken met stoffen van de ZZS-lijst (zeer zorgwekkende stoffen) wordt in de komende drie jaar beoordeeld of ze een aanvraag voor een nieuwe watervergunning moeten indienen. Daarna volgen alle andere bedrijven in Nederland. Als allereerste is Sitech Services in een pilotproject de nieuwe vergunningsprocedure gestart voor Chemelot. Sitech runt de afvalwaterzuivering van het industrieterrein bij Geleen in opdracht van de 54 daar gevestigde bedrijven, waaronder AnQore. Het afvalwater van Chemelot wordt na zuivering geloosd op een zijtak van de Ur, een beek die uitmondt in de Grensmaas. Dat is Natura2000-gebied en de rivier vormt de bron van drinkwater voor vier miljoen Nederlanders.

Lees het volledige artikel op de website van de VNCI